Luizenprotocol

Dit protocol is gemaakt om de kans op luizenbesmetting op school zo klein mogelijk te maken. De aanpak van een luizenbesmetting bij een kind vergt voor ouders/verzorgers veel moeite en inspanning. Door als school en ouders samen te werken wordt het probleem zo klein mogelijk gehouden, Iedereen heeft hierin zijn eigen verantwoordelijkheid. Dit protocol bevat de aanpak op de hoofdlijnen. Naast dit protocol zijn er standaard brieven voor ouders ter informatie over luizenbesmetting. Ook is er een informatiepakket voor leerkrachten en luizenmoeders met daarin algemene informatie en tips voor controles. Die informatie is meer in detail.

Wat wordt van verschillende partijen verwacht?
In het kader van de luizenpreventie worden alle ouders/verzorgers gevraagd:

  • om hun kinderen 1x per week te controleren op luizen;

  • om besmettingen met luizen/neten zo snel mogelijk te behandelen en te melden aan de leerkrachten, ook indien de leerling reeds behandeld is, dit kan eventuele misverstanden tijdens controles vermijden;

  • om hun kind waabij luizen/neten zijn geconstateerd zo snel als redelijkerwijs mogelijk is van school te halen en te behandelen;

  • om voor hun kind (groepen 3 t/m 8) een grote gymtas te gebruiken, waarin tijdens de gymles de kleren kunnen worden gedaan;


De school zal preventieve maatregelen treffen.
De leerkrachten kunnen er toe bijdragen dat het hebben van luizen uit de taboesfeer komt door met de kinderen over luizen te praten en de ouders/verzorgers te informeren.
De school stelt voor de luizencontroles middelen beschikbaar. Dit zijn in ieder geval luizenkammen en alcolhol.
Er is een coördinator luizenpreventie die schriftelijk informatie voor de luizenmoeders en leerkrachten beschikbaar stelt, een actueel overzicht van alle luizenmoeders bijhoudt en zorgt dat de hoeveelheden middelen bij de controles voldoende is.

Controles
Aan het begin van ieder schooljaar worden voor iedere klas minimaal 2, liefst 3 luizenmoeders gezocht.

De standaard controles vinden plaats, direct na iedere schoolvakantie. Per klas wordt in overleg tussen de luizenmoeders en leerkracht besloten op welk moment van de controleweek de klassikale controle plaats vindt. Kinderen die tijdens de controle afwezig waren worden bij terugkeer op school alsnog door leerkracht of ouder gecontroleerd. Ook de leerkracht wordt, met het oog op de voorbeeldfunctie, gecontroleerd.

Bij het constateren van een besmetting in een klas wordt twee weken later een extra controle ingelast. De controles vinden in de klas of daarbuiten plaats. Als controles buiten de klas plaatsvinden worden de leerlingen per tweetal gecontroleerd. Eén en ander wordt in onderling overleg tussen de leerkracht en luizenmoeders bepaald.

De bevindingen worden op een leerlingenlijst genoteerd. De leerkracht zorgt voor de actuele lijst en houdt deze in beheer.

Communicatie
Indien bij een kind luizen/neten worden geconstateerd worden de volgende acties ondernomen:

  • De leerkracht neemt bij constatering van luizen/neten zo snel mogelijk telefonisch contact op met de ouder/verzorger van de leerling. Dit is in ieder geval in de lunchpauze of direct na afloop van de dag (afhankelijk of de controle in de ochtend of de middag heeft plaatsgevonden). Indien de ouder/verzorger voor het einde van de schooldag niet bereikbaar is, krijgt de leerling een briefje mee en zal zo snel mogelijk alsnog telefonisch contact opgenomen worden. In dit gesprek zal toegelicht worden wat geconstateerd is en informatie over hoofdluis worden meegegeven.

  • Alle leerlingen van de betreffende klas krijgen een standaard briefje mee dat in de klas luizen geconstateerd zijn, met het verzoek aan de ouders de kinderen thuis dagelijks te controleren gedurende twee weken.

  • De leerkracht van de betreffende klas informeert het team/de collega's dat luizen in de klas zijn geconstateerd.


Wat te doen bij langdurige, hardnekkige luizenbesmetting?
Onder hardnekkige luizenbesmetting wordt verstaan dat telkens bij elke (volgende) controle gedurende een langere tijd bij hetzelfde kind luizen/neten worden geconstateerd. Bij dergelijke hardnekkige besmettingsgevallen schakelt de leerkracht, in overleg met de directie, de hulp van GGD-verpleegkundigen in, die hulp kan geven aan de ouder/verzorger bij de aanpak van het probleem. Daarbij is het uitgangspunt dat behandeling van luizenbesmetting verplicht is.

Bij blijvende hardnekkige luizenbesmettingen zullen op school extra hygiënische maatregelen getroffen worden.

Indien bij een kind bij iedere controle opnieuw luizen/neten worden geconstateerd kan in het uitzonderlijke geval naar de ouders gebeld worden en deze verzoeken het kind direct op te halen en het adequaat te behandelen alvorens het kind weer naar school kan.

Dit luizenprotocol wordt in hoofdlijnen opgenomen in de schoolgids. Op verzoek kan iedere ouder een kopie van het protocol krijgen van de coördinator luizenpreventie.